This website is using cookies

We use cookies to ensure that we give you the best experience on our website. If you continue without changing your settings, we'll assume that you are happy to receive all cookies on this website. 

Elsschot, Willem: Az öreg panasza (De Klacht van den Oude in Hungarian)

Portre of Elsschot, Willem

De Klacht van den Oude (Dutch)

Ik word aan 't oud zijn niet gewend.

De lichtelaaie die 'k heb gekend

zit nog te diep in mijne knoken

en blijft mij dag en nacht bestoken.

 

Mij beetren heb ik steeds gewild,

en menig, menig uur verspild

aan op te zien naar ginder boven,

aan bidden leeren en gelooven.

 

Helaas, ik schaam mij en beken

dat ik wel diep verdorven ben.

Want God en Ziel en andere dingen

waarvoor de menschen psalmen zingen,

 

Geweten, Vaderland in nood,

de Sterrenhemel en de Dood,

het wil, het wil tot mij niet spreken,

wat ik ook tracht het ijs te breken.

 

Maar waar ik wèl toe ben bereid,

dat is voor elke jonge meid

zooals er honderdduizend loopen,

de kleeren van mijn lijf verkoopen

 

en heel mijn huis en heel mijn vrouw.

Ik zou het doen, en geen berouw

zou in mijn oogen staan te lezen,

en 't zou nochtans een misdaad wezen.

 

Wanneer ik langs de huizen trek

loert men mij na, als ware ik gek,

alsof mijn plannen en mijn zonden

op mijnen rug te lezen stonden.

 

Ik ben een schurk, ik ben een hond,

geen rustplaats waard in heil'gen grond,

en 'k wil een hoog rantsoen betalen

voor elken bundel zonnestralen:

 

Maar laat mij doen met eigen vuur

wat ik verkies, zoolang ik duur.

En plaag ons niet: mij arme stakker,

en Satanlief, mijn laatste makker.



Uploaded byP. T.
Source of the quotationhttp://www.dbnl.org/tekst

Az öreg panasza (Hungarian)

Vénségem terhe oly nehéz.

De bennem az élet merész,

csontjaimban túl mélyen él még,

s táplálja szívem szenvedélyét.

 

Folyvást javulni szeretnék;

megtanultam a sok leckét,

hinni próbáltam, nem átkozni,

s az égre nézni, imádkozni,

 

de szégyellve beismerem;

csak az élet az istenem, -

nem mint kik zsoltárt énekelnek,

s büntetlenül az égre kelnek

 

magasztosan, de jaj, hozzám

nem szól az isten, mérges rám.

Lelkiismeret, haza, halál,

elfordul tőlem, s lenéz talán.

 

Bűnöm, hogy hajlandó vagyok

eladni földi angyalok

csókjáért házamat, hitvesem, -

úgy ég bennem még a szerelem.

 

S megbánást sose hazudok,

pedig tudom, aljas dolog,

ha megteszem és megtehetném, -

testem bármennyire lehet vén.

 

Ujjal mutogatnak reám,

mondván: ott megy a Don Juan,

mintha hátamra lenne írva

bűnöm, s terhe húzna a sírba.

 

Züllött vagyok, de nem bánom,

ha a föld kivet: halálom

előtt minden marék örömért

magasabb árat fizetek én.

 

Hagyjatok, amíg élhetek,

amíg csalnak az édenek, -

a test ördöge a barátom,

vele égek a tivornyákon.



Uploaded byP. T.
Source of the quotationhttp://irc.sunchat.hu/vers/

Related videos


minimap